Amarone: de Koning van Italië
Amarone wordt ook wel de Koning van de Italiaanse wijnen genoemd. Amarone betekent bitter en dit in de positieve zin, want een goede Amarone kenmerkt zich door een licht chocoladebittertje in de afdronk. Het is een krachtige wijn en zeer breed van smaak.
Dit komt omdat sinds de jaren ‘ 50 de wijn wordt gemaakt van ingedroogde druiven. Vroeger gebeurde dit buiten in de open lucht op matjes stro. Tegenwoordig drogen de druiven in kistjes op open zolders. Hierdoor verliezen de druiven ongeveer de helft van hun vocht en dat maakt het sap rijk en intens. De vergisting komt maar langzaam op gang en vergt de nodige aandacht van de wijnmaker. De wijnen rijpen meestal op kleine barriques voor een optimale kwaliteit.
De druiven voor deze Koning der wijnen zijn de beroemde Valpolicella druiven: corvina, corvinone, molinara en rondinella. De Amarone is een wijn die door zijn kracht en complexiteit langer moet rijpen om volledig tot zijn recht te komen. Tussen de 5 en 8 jaar is de wijn nog jong en dan smaakt hij wat fruitig, naarmate de wijn ouder wordt komen meer de zoete en bittere tonen naar voren. De smaken die je in een Amarone kan verwachten zijn vleugjes van kruiden en mineralen, vaak gecombineerd met teer, rijpe kersen en chocolade.